Geschiedenis

Halverwege de jaren ’50 kent Nederland een flinke economische groei, wat zorgt voor een grote vraag naar arbeidskrachten in veel branches. In de agrarische sector is echter sprake van mechanisatie, waardoor minder medewerkers nodig zijn om het land te bewerken en voor de dieren te zorgen. Veel van deze medewerkers verruilen daarom de agrarische bedrijven voor werk in andere sectoren.

Door deze verandering worden de agrarische bedrijven kleiner qua bemensing. De bedrijven zijn kwetsbaarder bij ziekte, maar ook stijgt de behoefte aan arbeidsvoorziening tijdens seizoenspieken. Zo komt de eerste boerenhulpvereniging tot stand en ontstaat de mogelijkheid om hulp in te schakelen bij ziekte en/of overlijden van de ondernemer. De beschikbare arbeid werd in zulke geval herverdeeld, om leden van de vereniging te ontlasten.

Op 14 december 1959 slaan vier boeren de handen in één en wordt de eerste officiële ‘Coöperatieve Boerenhulpverleningsdienst’ opgericht. In geval van uitval kan een Bedrijfsverzorger worden ingeschakeld om de werkzaamheden op de boerderij over te nemen. De koeien moeten immers gemolken worden, de oogst moet van het land en ga zo maar door.

Deze ontwikkeling leidt tot veel interesse van andere boeren en al snel ontstaan er door heel Nederland meerdere lokale coöperaties. Begin jaren ’60 is het in Zuid-Holland de vereniging ‘Delfland’ die als eerste de ‘boerenhulp’ aanbiedt. Steeds meer verenigingen sluiten zich aan bij de centrale bond; een bond met als kerntaak het leveren van personeel in het geval van ziekte en/of overlijden om zo de arbeid te herverdelen bij piekmomenten.

Om slagkracht te vergroten, worden door de jaren heen diverse lokale verenigingen samengevoegd tot regionaal opererende coöperaties. Het belang van deze fusies is dat er veel meer innovatiekracht ontstaan en de kosten hiervoor kunnen worden gedeeld. Zo gaan halverwege de jaren ’90 in Zuid-Holland de verenigingen ‘Delfland’ en ‘Rijnstreek’ samenwerken. Later sluiten ook de verenigingen ‘Zuid-Hollandse Eilanden’ en ‘Westland’ aan.

Werknemers worden niet meer alleen ingezet ter vervanging van de agrarische ondernemer, maar ook voor het uitvoeren van sectorspecifieke werkzaamheden. Denk hierbij aan klauwverzorging, buxusbollen knippen of het selecteren van aardappelen. Daarnaast is de organisatie ook buiten de agrarische sector actief, in aanverwante sectoren met dezelfde werkmentaliteit. Zo vind je onze werknemers in groenvoorziening, bouw, food, logistiek, infra en grond-, weg- en waterbouw.

AB Zuid-Holland in haar huidige vorm bestaat sinds 2005. Met een breed aanbod, bieden wij specialistische dienstverlening door goed opgeleide professionals om bedrijven te ondersteunen. Met de nodige certificeringen, professioneel materieel en een volwaardige uitzendtak is AB Zuid-Holland niet meer weg te denken uit de agrarische en aanverwante sectoren.

AB Zuid-Holland is werkzaam vanuit vier regiokantoren in Wateringen, Hazerswoude-Dorp, Stellendam en Barendrecht. Zo zijn wij altijd goed bereikbaar en staan we middenin de markt. Zo weten wij wat er speelt en zijn we flexibel.

Door het vizier op de toekomst te richten, maar ook onze afkomst niet uit het oog te verliezen, staat AB Zuid-Holland tot op de dag van vandaag bekend als een betrouwbare, no-nonsense en mensgerichte organisatie. AB Zuid-Holland blijft met haar leden en klanten meebewegen. Steeds weer onderzoeken we op welke manieren we toegevoegde waarde kunnen leveren.

Inmiddels is er zo veel dienstverlening die onze vakspecialisten kunnen leveren, te veel om allemaal op te noemen. We blijven werken vanuit onze coöperatieve gedachte; samen met elkaar en voor elkaar. Op naar nog eens 65 jaar! Wij zijn er klaar voor.